Vanmorgen stond ik zowaar een keer langs het veld tijdens een voetbalwedstrijd van mijn jongste zoon.
En het was heerlijk, ook vanwege het aangename weer. Terwijl ik daar stond bekroop me de gedachte hoe al die ouders daar wekelijks staan, vrijwillige trainers, grensrechters, scheidsrechters en koffiehalers. Kinderen die zichtbaar genieten van hun sport en nog niet bezig zijn met de vraag die mij op dat moment bezighield: Waar vul je je leven mee? Wat is belangrijk? Mij bekruipt al heel snel het gevoel dat dingen ‘zonde van de tijd zijn’. Te weinig stel ik mezelf de vraag of dat gevoel klopt of wellicht nog belangrijker: wat dat eigenlijk betekent.
Met het begrip tijd geven we een volgorde aan en een duur. Het maakt dat er oorzaak en gevolg is en dat we de handelingen die we hebben verricht niet kunnen terugdraaien. Dat wat we gedaan hebben én dat wat we nagelaten hebben, dragen we met ons mee. Tijd brengt dus ordening aan. Maar wat is dan ‘zonde van de tijd’?
Een zonde is van oorsprong een overtreding van een (geloofs)regel. Wanneer je een zonde begaat, ga je tegen de wil van God in. Een vorm van verzet tegen dat wat groter is dan jij, welke naam je er ook aan geeft. Of dat nu God, Allah of de Ene is. Een interpretatie van de uitdrukking ‘zonde van de tijd’ kan dan ook zijn ‘een overtreding van of verzet tegen de ordening die ontstaat door de wet van oorzaak en gevolg.’
Een eenvoudig voorbeeld: wanneer vanmorgen alle spelers uit het team van mijn zoon in het doel waren gaan staan, had er niet gevoetbald kunnen worden. Er zijn regels (oorzaak) en meedoen in een competitie betekent het volgen hiervan (gevolg). Verzet hiertegen door collectief in het doel te gaan staan is in deze context zonde van de (voetbal)tijd.
Hoe bepalen we wat ‘zonde van de tijd’ is? Hoeveel procent van je dag moet ‘zinvol’ zijn ingevuld om de dag een oké-stempel te geven op het gebied van betekenisvol leven en is dat überhaupt uit te drukken in een percentage? Of kan één moment betekenis geven aan een hele dag? Uiteraard is deze vraag per definitie zeer persoonlijk en valt hier geen enkele algemene conclusie uit te filteren. Als ik vanuit mezelf kijk en dat laatste het geval zou zijn, zou dat impliceren dat een dag waarop ik acht afleveringen van Homeland kijk tóch een dag van betekenis kan zijn. Het zit dan niet per definitie in de hoeveelheid tijd dat je ‘zinnig’ bezig ben. Het gaat om de intensiteit van het zinnig bezig zijn.
Als er een intensiteitsschaal bestaat van 1 tot 5 dan zouden momenten van 1 dus veel langer moeten duren om tot hetzelfde gevoel van bevrediging te komen op het gebied van zingeving. Voor mij is dat een interessante gedachte. Als er drie dingen zijn waar ik mij persoonlijk sterk mee identificeer dan zijn dat zingeving, efficiëncy en intensiteit. Wanneer ik deze drie in elkaar vlecht ontstaat er onmiddellijk ruimte. Op een intense manier zingeven is dusdanig efficiënt dat er als het ware tijd over is. Tijd om te studderen.
Studderen is een van mijn favoriete woorden. Het is West-Fries dialect (vooral niet te verwarren met de Friese taal) en betekent ‘een beetje aanrommelen’. Studderen nodigt uit tot het meegaan in de natuurlijke stroom, in het volgen van je eigen beweging. Zonder plan of doel, zonder betekenis en zonder direct besef van tijd. Dat is wat het woord ‘studderen’ in zich meedraagt: iets doen zonder dat je door hebt wát je doet. Een besef dat je een badkamerkast hebt opgeruimd als dat al bijna klaar is, de tuin onkruidvrij maken met net gemanicuurde nagels zonder handschoenen aan te doen. Mezelf genoeg studdertijd geven maakt dat ik kan ontspannen en niet verzuip in de intensiteit van mezelf.
Zonder te studderen wordt mijn behoefte aan zingeving dwangmatig en gaat het ten koste van de vrije stroom waar juist de creativiteit vrij kan komen. Studderen is wat mij betreft een zeer zinvolle invulling van tijd. Het is de bodem onder mijn intensiteit en wekt creativiteit op. En daar is niks zonde aan.
1 reactie
Buurvrouw · 29 maart 2019 op 10:12
Erg mooi geschreven buuf!